Iedereen kan leren hoe lampen aan en uit te schakelen door te oefenen met de Elektrokoffer omdat we werken met maar 6 Volt batterij spanning en (fiets)lampjes van 6 V. Een lampje kan alleen maar gaan branden als er een gesloten stroomcircuit is ontstaan door de snoertjes in de juiste aansluitbussen te doen. Gesloten circuit betekent dat je start met een snoertje in de bus waar L op staat en eindigt bij de N van de voedingsbron. Als de schakelaars in het circuit gesloten zijn kan de stroom rond lopen en het lampje blijft branden. Zie voor een heel eenvoudig voorbeeld hieronder:

We zien een bruin snoertje vanaf de Lijnspanning naar de enkelpolige schakelaar gaat en vervolgens met een zwarte schakeldraad naar het lampje L1 gaat en om het stroomcircuit te sluiten gaat een blauwe draad weer naar de Nul aansluiting van de voeding.

Zo kunnen we ook lampen aansluiten met meerdere schakelaars zoals wisselschakelaars en kruisschakelaars. Als we aan het uitproberen zijn om een wat ingewikkelde schakeling te maken kan het gebeuren dat we kortsluiting maken. Er zit dan geen weerstand (lampje) in het stroomcircuit en door de lage weerstand kan er een hoge stroom gaan lopen die de batterijen heel snel leeg maken.

Bij kortsluiting zal de voeding direct elektronisch uitgeschakeld worden en de rode led gaat branden. We kunnen verder gaan met experimenteren door de ElektroKoffer even uit te zetten, ALLE snoertjes los te trekken en dan de ElektroKoffer weer in te schakelen. De groene led zal dan gaan branden en de spanning staat weer op L en N bussen.